De kast - een vervolgverhaal (deel 9)

By Geert, 3 February, 2011

Bliep…

Ze begreep wel waar ze was. Al durfde ze haar ogen niet openen, uit de puzzel van geluiden wist Sofie dat ze in een kamer van een ziekenhuis lag. Af en toe zeilden flarden van een gesprek tussen haar ouders tot bij haar. De betekenis ontging haar volledig.

Eerst haar vader: “Ik ben daarnet Els tegengekomen.” Even later haar moeder: “Huurde ze echt dat huis?” Dan weer haar pa: “Ik heb haar verteld dat je aan het slapen was, ze komt later wel eens langs.” Gefluister, gezucht. “Ik kan het amper zelf geloven.”


Bliep…

Sofie probeerde haar ogen te openen, maar het leek wel of het helle witte licht de oogleden tegen elkaar drukte. Dansende rode vlekken verschenen en waren even snel weer verdwenen. Ook haar mond leek dichtgeplakt. Een ranzige metaalsmaak plakte tegen het uitgedroogde gehemelte. Was dat bloed? Oh, wat had ze toch een dorst. Hulpeloos probeerde ze met haar voet tegen het bed te kloppen, in de hoop aandacht te trekken.


“Ik ben wakker!” Ze probeerde deze gedachten naar haar ouders te zenden. “Waarom reageren jullie niet?” Ze spande al haar spieren op. “Wat bezielt jullie toch? Ik lig hier!” Geen enkele reactie. Het gemompel van haar ouders leek stil weg te kwijnen, alsof ze zachtjes van haar wegdreven.

Nu pas viel haar op dat het gebliep van de hartmonitor was opgehouden. De ziekenhuisgeluiden werden verdrongen door een griezelige stilte. Maar dat was niet helemaal correct. Ze onderscheidde immers een zacht geschuifel, alsof heel in de verte takken tegen een vensterraam bewogen. Ja, dat was het: de wind die zich doorheen het gebladerte duwde. En het zacht getik van leidingen van de verwarming. En dan die geur. Muf en houterig, maar niet direct onaangenaam. Bekend.

“Doe je ogen maar open, Sofie.”

Ze herkende die stem.

“Wees niet bang. Er kan je niets gebeuren.”

“Jij bent David.” Ze schrok van haar eigen stem. Nu kreeg ze weer gevoel in haar lippen. Zachtjes liet ze haar ogen opengaan. Eerst was alles nog wazig en vreemd, maar de scherpte keerde snel terug.

“Mijn kamer.” Ze herkende duidelijk het behangpapier van haar nieuwe kamer. De ingebouwde kast. Het raam aan de zijkant. Alleen kon ze al dat speelgoed niet plaatsen. De kamer stond vol dozen met Lego-blokken en aan de deur stond een rode fiets. Haar eigen poppen en beren waren nergens te vinden.

“Neen, dit is mijn kamer, Sofie. Ik heb je naar hier gebracht.”

De jongen aan de voet van haar bed keek haar met een bezorgde blik aan. Hij had kort blond haar en sproeten op zijn wangen. In zijn pyjama straalde hij schattige onschuld uit, maar dit vloekte compleet met de angst die door zijn ogen priemde.

“Ik heb maar weinig tijd voordat…”, hij twijfelde even, maar maakte zijn zin niet af. “Luister goed, dit is heel belangrijk.”

“Even voor wat?” vroeg Sofie met een trillende stem.

“Maakt niet uit. Achterin de kast moet je zoeken.”

“Zoeken? Naar wat? En waarom?” Ze kon helemaal niet volgen.

“Dat weet ik niet, maar…”

David stopte met praten want hij zag hoe de blik van Sofie plots totale paniek uitstraalde. Ze zag immers hoe achter hem de kastdeur langzaam maar zeker openschoof.

“Niet kijken!”, riep David. “Niet kijken! Nee!”

“Wat is…?”

“Luister, het moet ergens achterin de kast liggen. Maar alleen met veel licht! Begrijp je dat?”

Sofie kon niet zien wat er zich achter de rug van David afspeelde, maar het geschuifel vertelde meer dan ze wou weten. Het geluid van nat leer werd beklemtoond door een subtiel getik. Vuile in klauwen verwrongen nagels trekken het beest over de houten vloer. Het beeld vormde zich in haar hoofd, maar zette vlucht die gedachten van zich af. Ze keek weer recht in de blik van haar nieuwe vriend. David rilde. Maar waarom bewoog hij niet? Waarom kon hij niet weglopen? Ze wist natuurlijk het antwoord, maar kon het niet geloven.

“Er kan jou niets gebeuren. Nu toch niet. Maar onthoud dat…”, hoorde ze David nog vlug vertellen.

De gruwelijke hand greep David’s schouder vast. Het beest trok zich op. Net voor ze dat gevreesde gezicht zou zien, gilde David zijn laatste woorden. Daarna ging alles in een flits. De tweede klauw verscheen plots voor David’s opengesperde mond en rukte de helft van zijn gezicht weg. Een vlezige kwab bengelde nog tussen de vingers van het beest, terwijl een opengesperde muil aan de andere kant van het hoofd opdook. Sofie zag in een fractie van een seconde het wit van de tanden van de jongen. Meer wit dan normaal te zien zou zijn. Toen spoot het bloed haar richting uit en zette ze het op een gillen.

Haar gegil weergalmde nog door de ziekenkamer terwijl beide slaperige ouders gelijktijdig uit de zetels naast het bed sprongen.

“Je bent wakker,” riep Petra vol blijdschap.

Sofie zat rechtop in bed en knipperde met haar ogen. Ze gunde haar ouders maar even een verdwaasde blik en staarde dan naar haar gespannen vuisten op het bedsprei. Het enige wat nog door haar hoofdje spookte waren David’s laatste woorden.

“Vertel mijn ma dat ik haar graag zie.”

WORDT VERVOLGD

Comments