De kast - een vervolgverhaal (deel 5)

By Geert, 23 November, 2010

De langzaam neerdalende druppels verstoorden de reflectie van haar gezicht. Het was alsof het spiegelbeeld in het venster haar getormenteerde ziel weerkaatste. Buiten was het pikkedonker waardoor ze in het glas het ziekenhuisbed van haar dochtertje kon zien. Haar situatie was nu redelijk stabiel, maar geen dokter die kon vertellen wanneer het meisje weer bij bewustzijn zou komen.

Petra werd bestookt door een spervuur aan tegenstrijdige gevoelens. Het knagende schuldgevoel botste met oncontroleerbare buien van woede. Ze was kwaad op zichzelf. Ze was kwaad op haar omgeving. En dan vooral Mark. Al had ze helemaal geen goede argumenten, het leek er helemaal niet toe te doen. Maar waarom had ze dan nu zoveel nood om hem in de armen te vallen en uit te huilen op zijn schouders? Waarom voelde ze zich zo hulpeloos en alleen?

Waar bleef Mark trouwens? Hij ging nog even met de dokter praten, maar dat was nu toch al even geleden.

Petra was alle besef van tijd verloren. Zat ze hier nu al een uur? Of waren het er vier? Dat ritmisch gepiep van de hartslagmonitor en het pompen van het beademingsapparaat was haar maar al te bekend, al associeerde ze het wel nog steeds met het werk en niet met de kritieke toestand waarin haar Sofie zich nu bevond. Het leek wel of dit allemaal een illusie was, alsof de echte wereld zich daarbuiten in de reflectie van het venster had teruggetrokken.

Een vinger gleed over het kille oppervlak van het glas en streek langs een traan op haar wang. Maar de regendruppel zette zijn weg ongestoord verder. Misschien was dat wel haar probleem. Misschien had Petra wel nood aan eens goed uit te huilen, zich gewonnen te geven aan de drang om die dappere façade te laten varen.

Neen, dat kon ze niet. In dit eigenste ziekenhuis immers was ze amper drie maanden geleden begonnen aan een nieuwe job. De promotie die ze zo had gemaakt, was financieel niet slecht, maar vervulde toch vooral haar behoefte naar een nieuwe start. De problemen met Mark hadden dan ook de doorslag gegeven. Hoe naïef bleek dit achteraf wel allemaal te zijn.

Het begon ook allemaal zo goed. Al van de eerste dagen klikte het perfect met de collega’s. Vooral Els, een collega-anesthesiste, zat volledig op haar golflengte. Zij begreep alles al bij een half woord. Het duurde dan ook niet lang of Petra kon haar hart luchten over hoe Mark de laatste maanden was veranderd.

Mark?

Hij bleef nu echt wel lang weg.

Daar beneden dansten de lichten van parkerende wagens door het zwart van de nacht, als verdwaalde zielen op zoek naar verlossing. Plots voelde ze een koude rilling over haar rug lopen. Ze keek automatisch naar de reflectie van het ziekenhuisbed en wist dat er iets grondig mis was. Het deken over haar dochtertje bewoog langzaam op en neer. Vergiste ze zich, of was dat helemaal niet in ritme met het beademingsapparaat?

Petra wilde zich omdraaien, maar een ijskoude hand leek haar nek te blokkeren.

Draai je om en de kamer zal helemaal leeg zijn. Blijf naar de reflectie kijken of je dochter verdwijnt in het niets.

Paniek maakte zich meester van Petra. Doorheen de dansende lichtjes zag ze hoe het deken langzaam omhoog bewoog. Er zat iets onder. Neen, dit is niet echt. Dit is gezichtsbedrog.

Een vuile vingernagel verscheen vanonder het textiel. De vinger die meer weg had van een monsterlijke klauw trok het deken verder weg en de roze huid van Sofie’s armpje kwam tevoorschijn.

“David”, hoorde ze haar dochtertje fluisteren, “David.”

Op het moment dat Petra het op een gillen wou zetten, werd het schemerduister in de kamer heroverd door een hels licht. De deur vloog open en een schim kwam de kamer binnen. Het was Mark.

Even plots als het was begonnen, verdween de verlamming die zich meester had gemaakt van Petra. Ze draaide zich om en zag dat de dochter nog steeds rustig lag te slapen, het deken tot aan haar kin opgetrokken. De windel om haar rechteroog vertoonde een klein rood stipje daar waar de wond het grootst was.

Zonder ook maar een woord te zeggen liep Mark naar het bed, schoof een stoel naar zich toe en ging zitten. Hij greep zwijgend een handje van zijn dochter vast.

"En Mark? Wat vertelden de dokters?"

Mark keek op. De bloeddoorlopen ogen keken Petra beschuldigend aan. Ze schrok van wat die ogen haar vertelden en wendde schuldig haar blik af. Mark trok het denkentje iets naar beneden.

Petra zag het visioen van die klauw weer levendig voor zich.

WORDT VERVOLGD

Comments